Home
Observatie- en uitzichtpunten
Recreatie mogelijkheden
Bellevue
Fauna
Flora
Bijzondere waarnemingen
Paddenstoelen
Ligging en geografie
Links
Contact
Fochtelooerveen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Libellen
Overige insecten
Vogels
Reptielen
Andere bewoners
Kudde begrazers
Vogels
Een grote aanwinst in het Fochtelooërveen zijn de Kraanvogels, inmiddels niet meer weg te denken.

In 2001 besloot een paartje Kraanvogels tot gezinsuitbreiding over te gaan. Het eerste jong werd met succes grootgebracht en dit vroeg om een vervolg. 

Vliegende Kraanvogels
Dat een Kraanvogel broedt in Nederland was niet meer voorgekomen in de laatste eeuwen. Sinds 2001 zijn er elk jaar één of meerdere jongen grootgebracht in het veen. De populatie breidt zich gestaag uit. De rust en de ruimte is het allerbelangrijkste wat deze prachtige statige vogels verlangen. Bij élke verstoring vertrekt de vogel van die plaats en blíjft weg! Hierom is het ook van groot belang dat bezoekers zich aan de regels houden, op de aangewezen paden blijven, de rust die er heerst respecteren en de honden aangelijnd laten.
Met wat geluk zijn er weleens Kraanvogels waar te nemen. Ze kunnen ook hun typische roep ten gehore brengen, dan is het nog een kwestie van zoeken en ze zien te lokaliseren. De roep draagt enorm ver. Ook met overvliegen willen ze wel roepen.
 
Dit jonge paartje Kraanvogel heeft het hier naar de zin en kon ik ze een tijdje volgen. Zonder telelens toch een poging gewaagd ...
Jong paartje Kraanvogels
Kraanvogels zijn de langste vogels die in Nederland voorkomen, ze kunnen 1.20 meter worden! Deze vogels zijn in tegenstelling tot andere Nederlandse waarnemingen van Kraanvogels, standvogels geworden. Een groot deel of soms zelfs met een zachte winter, blijven ze hier in de omgeving aanwezig. Alleen op de echte koude dagen willen ze best iets meer naar het zuiden vertrekken, maar nooit voor lang. De jongen uit eerdere broedsels worden ook hier waargenomen.
Kraanvogels_foerageren
De Kraanvogels foerageren graag buiten het broedgebied in de randzones zodra het jong vliegvlug is. In het najaar zijn ze graag op de maïsstoppelvelden of in de weilanden.





In 2014 zat het vrijgezellen clubje van maar liefst 17 Kraanvogels vaak in de omgeving met het nodige kabaal. Hangjongeren die zich graag presenteren, maar ook jongen van het jaar ervoor vertoeven in dit groepje. 
Vrijgezellen_hangjongeren_Kraanvogels

  De nodige schijngevechten vonden er plaats, er dichtbij komen is geen optie, liever genieten
  van afstand dan ze verjagen ...
Kraanvogels_vrijgezellen_hangjongeren



Sinds 2001 zien we regelmatig één of twee Slangenarenden in de zomer boven het bijzondere hoogveengebied. Deze zeer zeldzame vogel met een spanwijdte tot 1.80 meter, voelt zich hier erg comfortabel. In 2011 zijn er namelijk drie aanwezig en een enkele keer wordt er zelfs een vierde exemplaar waargenomen!
Slangenarend
Slangenarend
Het hoofdbestanddeel waaruit het voedsel bestaat zijn, hoe kan het ook anders, slangen en andere reptielen. Omdat deze in de winter niet voorhanden zijn trekken ze weg naar Afrika. Ze maken lange glijvluchten en bidden tussentijds met enigszins hangende poten op zoek naar voedsel.
Dat de slangenpopulatie snel slinkt spreekt voor zich!



Ruigpootbuizerd De Ruigpootbuizerd, een noordelijke broer van de gewone Buizerd.
Hij leeft voornamelijk in het noorden rond het Noordpoolgebied, Noord Amerika en Noord Europa.
In de winter zien wij deze vogel in open gebieden, met name bij de Waddeneilanden, maar ook elders is hij weleens waar te nemen.
Normaliter een schaarse verschijning die enkele jaren ook wel met wat meer exemplaren het Fochtelooërveen verkennen.

Vrij lastig te herkennen, maar met een combinatie van kenmerken is er uit te komen. Witte bovenstaart, vaak ook witte onderstaart, met een donkere band aan het einde, volledig bevederde poten, donkere polsvlekken, zwarte vleugeltoppen en de jonge vogels en vrouwtjes hebben een donkere buikvlek. De Ruigpootbuizerd bidt vaker en langer dan de gewone Buizerd en vliegt behendiger.



Roodpootvalken
In 2008 was het spectaculair in het veengebied. Niet alleen vanwege de enorme mensenmassa die op een gegeven moment zelfs voor overlast zorgde, maar de ruim dertig Roodpootvalken die hier een tijd vertoefden en zich tegoed deden aan de tienduizenden voorjaarslibellen. Normaal gesproken worden enkele Roodpootvalken jaarlijks waargenomen, maar in dit hoge aantal werd het iets bijzonders. Ze vertrokken na het tijdelijke verblijf in het Fochtelooërveen, gebruik gemaakt hebbend van de "fly through" naar hun broedgebieden in Oost Europa.



Blauwborstje
De Blauwborst, een graag geziene zomergast in het veen. In Nederland kennen we alleen het zomerkleed van dit vogeltje. Het mannetje heeft een, hoe kan het ook anders, blauwe borst, met wat roestbruin, crème en zwart. Hij doet denken aan ons Roodborstje. De zang van het mannetje is gevarieerd en muzikaal. 
Blauwborstje
Blauwborstje_vrouwtje

Deze soort is van de Rode Lijst verwijderd vanwege de relatief grote toename.
In het Fochtelooërveen zijn tientallen broedpaartjes aanwezig. Maar, het blijft bijzonder dit prachtige vogeltje te zien én te horen!


Blauwborstje_mannetje



Roodborsttapuit
De Roodborsttapuit, een typische soort voor heide- en hoogveengebieden.
Hij laat zich graag zien in de boomtopjes.




Roodborsttapuit



Paapjes
Paapje Het Paapje, een vogeltje wat zich erg thuis voelt in het veen.











Leeuwerik
De Leeuwerik, die kán niet missen. Al "zingend" vliegt hij omhoog. Op grote hoogte kan hij de zang wel een half uur volhouden.










Geoorde fuut met jong Geoorde fuut met jong
De Geoorde fuut is een soort van waterrijke vennen met de nodige vegetatie.
Deze soort had rond 2007 nog geen 500 geschatte broedparen in Nederland. Ze zijn inmiddels in opmars. Hiermee is het nog geen algemene broedvogel geworden, dus zeker leuk om waar te nemen.
De geelbruine pluimen op de kop verliezen ze in de winter weer.
Ze broeden op drijvende nesten vaak in de nabijheid van Kokmeeuwen.
Hieronder is te zien dat het ene jong zwemt en de ander op de rug vervoerd wordt.
Geoorde fuut met kroost Geoorde fuut familie



Geelgors
Een opvallend vogeltje met de gele kop. Zijn zang is duidelijk herkenbaar, de begintonen van de 5e Symphonie van Beethoven. Wel handig om die eerst te kennen! Deze soort leeft vooral in het oosten van Nederland. Hij is graag bij vennen, hoogveen, heide met hier en daar een boom en bosranden.
Ik had hem graag op een natuurlijke ondergrond gefotografeerd, maar het mocht zo niet zijn.
Geelgors



Lepelaars
Lepelaars in het Fochtelooërveen.
Het aantal broedparen in Nederland was in 2010 enorm, 2339!
In 1970 leek het er nog op dat ze hier zouden uitsterven, maar mede door het vergroten van  geschikt broedgebied en beschermingsmaatregelen  is er weer een toename.
Door de typisch gevormde snavel, een lepelvorm, is deze vogel niet met een ander te verwarren.
Met deze lepel maken ze maaiende bewegingen onder water op zoek naar waterdiertjes. In Europa broeden Lepelaars maar op enkele plaatsen, waarvan Nederland ver verwijderd is van de andere Europese broedgebieden zoals de Oekraïne, Hongarije en Spanje. In Nederland zijn de meeste broedgevallen op de Waddeneilanden te vinden. Zeer waarschijnlijk vanwege eventuele predatie op het vaste land door Vossen. In Nederland broeden ze voornamelijk op de grond in moerasige delen of andere natte gebieden. Elders in Europa broeden ze ook in bomen. Het zijn overigens zomergasten.
 


De vrij zeldzame Klapekster wordt ook wel negendoder genoemd (net als de andere klauwieren), omdat deze vogel graag meerdere prooien opspietst om later maar eentje te nuttigen. Het is een schuwe vogel die het Fochtelooërveen graag als provisiekast gebruikt!
Klapekster op de uitkijk Klapekster op uitzichtpost
De Klapekster is van afstand al waar te nemen. Hij zit graag op een hoge uitkijkpost in het veld. Hij is ook wel biddend aan te treffen op zoek naar kevers of andere prooien.
De Klapekster werd vroeger gebruikt in de valkerij. In Valkenswaard, de naam zegt het al, werden vanaf de 16e eeuw gevangen Valken door beroepsvalkeniers afgericht. Daarna boden ze zichzelf aan als hofvalkenier bij een koningshuis of bij de hoge adel.
De Valken werden gevangen met behulp van een Klapekster. In plaggenhutten zaten de valkeniers te wachten op de waarschuwing van een tamme Klapekster die verderop in een kooitje zat. De Klapekster wist al van de aantocht voordat de roofvogel in zicht was. De Klapekster (verklapper) gaf vervolgens een waarschuwing. De Valk kwam op een houten lok-valk af en het gefladder van een duif aan een touwtje. De mannen wisten  om wat voor roofvogel het ging aan de verschillende manieren van waarschuwen van de Klapekster. Zodra de roofvogel de duif had, wisten de valkeniers de vogel te vangen. Daarna werd de stootvogel afgericht.
Opgespietste kikker_werk Klapekster
Opgespietste Levendbarende hagedis_werk Klapekster Kleine watersalamander
In het Fochtelooërveen is de Klapekster een wintergast die zijn prooien, voornamelijk kikkers (linksboven) en hagedissen (middenboven), op een tak of doorn spietst of "simpelweg" klemt in een V-vorm van twijgjes. Maar ook een Kleine watersalamander (rechtsboven) was de pineut. In het veen tref ik 99% van de prooien gespietst aan en de andere procent geklemd, ondanks wat in de literatuur is terug te vinden.
Opgespietste kikker_prooi Klapekster Opgespietste kikker_prooi Klapekster Opgespietste Levendbarende hagedis_prooi Klapekster



De randzones van het Fochtelooërveen zijn erg belangrijk voor de duizenden ganzen die hier in de winter verblijven. De lucht is vol met ganzen als ze naar de foerageer- of overnachtingsplaats vliegen.
Vlucht Ganzen
Ganzen naar overnachtingsplaats
Vooral de Rietganzen zijn in grote getale aanwezig, maar ook de Kolganzen zijn er jaarlijks met duizenden. De Vogelrichtlijn beoogt de instandhouding van de soorten en hun leefgebieden met nadruk op trekvogels. Gebieden die een deel van het jaar van cruciaal belang zijn voor grote groepen vogels worden als Speciale Beschermingszones aangewezen. Het Fochtelooërveen is voor de Toendrarietganzen een belangrijk tussenstation en daarom aangewezen. 
Rietganzen slapen op de plassen in het veengebied, overdag foerageren ze op de akkers. Het gaat steeds moeilijker worden voor de ganzen om rust en ruimte te krijgen. Inmiddels zijn er weer vele hectaren versnipperd door onder andere toename van recreatie en woongebieden. 



Grote Canadese gans Grote Canadese ganzen met jongen
De Grote Canadese gans is een zeer grote gans. Oorspronkelijk komen ze uit het noorden van de Verenigde Staten en Canada. Mede door uitzetting is de populatie in Europa aan het groeien.
De Grote Canadese gans broedt vooral in Scandinavië en Groot Britannië. In Nederland zien we deze grote ganzen vooral als overwinteraars, maar ook het aantal broedparen in ons land blijft stijgen. Hierdoor zullen we deze Grote Canadese gans steeds vaker gaan zien. Ook in het Fochtelooërveen.



Wilde zwanen_Zwarte zwaan Wilde zwanen
De Wilde zwanen overwinteren graag in de randzones van het Fochtelooërveen. Ze zijn dan ook in de omliggende graslanden met grote aantallen te vinden. Het zijn enorme zwanen met veel geel op de snavel.
De Kleine zwaan lijkt qua uiterlijk op de Wilde zwaan, maar heeft minder geel op de snavel en is aanzienlijk kleiner.
De jonge exemplaren hebben nog een grijs verenkleed.
Tussen de groepen zwanen is ook weleens een exoot te vinden, de Zwarte zwaan. Een sierwatervogel die ontsnapt of uitgezet is. Deze zwaan heeft veruit de langste hals van de zwanen.
Wilde zwaan met twee jonge exemplaren



Een andere bewoner is niet vaak (meer) te zien in de omgeving van het Fochtelooërveen, de Fazant, een hoendersoort.
Of deze is uitgezet is niet duidelijk, wel was hij redelijk tam en gaf zeker niet de indruk een "wilde" te zijn.

Fazanthaan



Vroeger was de Korhoen een bekende verschijning in het Fochtelooërveen. Helaas is hij sinds 1984 daar niet meer gesignaleerd. Of ze ooit weer komen blijft een vraag.

De Korhoenders houden van vochtige hoogvenen en heidevelden. Graag afwisselend met kleinschalig cultuurlandschap. Opslag van berkjes is belangrijk. Ruimtegebrek, verstoring en predatie zijn funest voor deze hoenders. Het mannetje geeft een waar schouwspel tentoon met de balts.

De eerste landelijke telling van de Korhoenders was in 1948.
De gegevens over de aantallen in het Fochtelooërveen en Drenthe zijn als volgt:

1948 tot en met 1955 - meer dan 100
1956 tot en met 1960 - wel aanwezig, aantal onbekend
1961 tot en met 1966 - 80 tot 110
1967 tot en met 1972 - 40 tot 72
1973 tot en met 1976 - 40 tot 72 (toevalligerwijs hetzelfde aantal als de telling hiervoor)
1977 tot en met 1980 - 33 tot 60
1981 - 15 tot 25
1982 - 2 hanen
1983 - 1 haan
1984 - 1 haan en dit was tevens de laatste waarneming

Een beeldje van twee Korhoenders in Fochteloo doet nog aan deze tijd denken. 



 
 
HomeObservatie- en uitzichtpuntenRecreatie mogelijkhedenBellevueFaunaFloraBijzondere waarnemingenPaddenstoelenLigging en geografieLinksContact