Home
Observatie- en uitzichtpunten
Recreatie mogelijkheden
Bellevue
Fauna
Flora
Bijzondere waarnemingen
Paddenstoelen
Ligging en geografie
Links
Contact
Fochtelooerveen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Libellen
Overige insecten
Vogels
Reptielen
Andere bewoners
Kudde begrazers
Overige insecten

De Moerassprinkhaan (Stethophyma grossumis) vrij zeldzaam en leeft voornamelijk in vochtige graslanden en in moerassig gebied.
Het is een grote  sprinkhaan die als één van de weinige veldsprinkhanen gedetermineerd kan worden aan de hand van de uiterlijke kenmerken. Andere sprinkhanen moeten gedetermineerd worden door het geluid wat ze voortbrengen.
Moerassprinkhaan_Stethophyma grossum Moerassprinkhaan_Stethophyma grossum Moerassprinkhaan_rode dijen_Stethophyma grossum
De Moerassprinkhaan is behalve groot, kleurig, groen-geel-rood van kleur met, en als enige soort, rode dijen. Eenmaal het geluid gehoord, dan is ie overal tussenuit te halen. Het is een tikkend geluid van het mannetje wat met de nagels na te bootsen is, het lijkt ook wat op schrikdraad wat contact maakt.

 

Grote groene sabelsprinkhaan_Tettigonia viridissima
De Grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) is zoals de naam al doet vermoeden een grote sprinkhaan. Deze is overwegend groen van kleur en leeft verborgen. Niet stiekem, het geluid is enorm wat deze produceert, zelfs tot op 100 meter ver waar te nemen! Het is een algemeen voorkomende sprinkhaan in Nederland die van ruige terreinen houdt.










 

Een andere bewoner is de Hoogveenzweefvlieg (Sericomyia silentis). Een forse zweefvlieg die wat weg heeft van een wesp door de kleuren. Een vrij algemene zweefvlieg die leeft van nectar en stuifmeel van vooral de braam en allerlei distelsoorten. Dit beestje leeft vooral in heide- en veenachtige gebieden met een poeltje tot hun beschikking.


Hoogveenzweefvlieg_Sericomyia silentis



Citroenpendel(zweef)vlieg_Helophilus trivittatus
Dan de Citroenpendel(zweef)vlieg (Helophilus trivittatus). Iets minder algemeen dan de gewone Pendelzweefvlieg.
De eitjes worden afgezet in kleine
poeltjes waar de larven in leven.
Deze zweefvlieg komt vooral voor in
vochtige heidegebieden en moerassen,
maar is ook elders aan te treffen.




Een andere zweefvlieg die in het Fochtelooërveen verblijft is de Donkere fopwesp (Chrysotoxum bicinctum), de Chrysotoxum bicinctum. Een prachtig beestje om te zien.













Donkere fopwesp_Chrysotoxum bicinctum



De Meikever (Melolontha melolontha) die door bestrijding minder voorkomt dan vroeger. De larven, Engerlingen, richten namelijk ondergronds erg veel schade aan aan allerlei gewassen. De larven leven twee tot drie jaar ondergronds.
De kever kan tot wel 4 centimeter groot worden.



Meikever_Melolontha melolontha

 

Penseelkevertje_Trichius fasciatus
De Penseelkever of Gevlekte haarkever (Trichius fasciatus) heeft sterke variatie in de tekening op de dekschilden. Van enkele vlekjes tot bijna zwart. Het borststuk is erg behaard.
Deze kever eet graag van de zachte delen van bij voorkeur schermbloemigen. Plaatselijk vrij algemeen, maar elders zeldzaam. Deze leeft graag op open (bos)plekken. Een soort die we kunnen zien in juni en juli.

 

De Grote rupsendoder (Ammophila sabulosa), een grote graafwesp.
Dit insect verlamt een rups die groter en zwaarder is dan zichzelf en draagt deze tegen het onderlijf naar de nestingang. De rups wordt vervolgens in het nest geplaatst waarna een eitje gelegd wordt door de graafwesp. Vervolgens wordt met zorg het nest afgesloten met een steentje en zand. De larve uit het ei heeft "vers vlees" om verder te ontwikkelen. Een algemene soort, wreed, maar een boeiend beestje.
Grote rupsendoder_Ammophila sabulosa Grote rupsendoder_Ammophila sabulosa

 

Een reuzensluipwesp die langs de bosranden voorkomt is de fascinerende Dolichomitus imperator.
Deze sluipwesp is zwart met voornamelijk rode pootjes en heeft een legboor die langer is dan het lijf. Het beestje kan tot vier centimeter groot zijn zonder legboor, met legboor dus al gauw acht centimeter! Het vrouwtje ruikt met de voelsprieten of er een gastheer in de boom aanwezig is, plaatst dan met precisie de legboor in de boom en legt, na het verdoven van de keverlarve, een eitje in de gastheer.
Reuzensluipwesp, Dolichomitus imperator

 

Enkele bewoners die gemakkelijk over het hoofd gezien worden zijn de solitaire bijen. De Grijze zandbij (Andrena vaga) is zo'n soort. Ze leven alleen, maar nestelen wel graag in groepjes.
De nestingang van de Grijze zandbij loopt loodrecht naar beneden en kan wel tot 50 centimeter diep gaan. Aan het uiteinde zitten vertakkingen met de nestkamers.
Deze bij vliegt in het voorjaar en gebruikt alleen het stuifmeel van de bloeiende Wilgen. Zodra de Wilgen zijn uitgebloeid, zijn ook de Grijze zandbijen verdwenen. Na de verpopping in de zomer, overwintert de bij als volwassen exemplaar in een cocon. In het voorjaar komen ze tevoorschijn.
Grijze zandbij_Andrena vaga Grijze zandbij_Andrena vaga

 

De Roodharige wespbij (Nomada lathburiana) heeft graag de Grijze zandbij in de buurt. De parasiterende Roodharige wespbij legt namelijk het eitje in het nestje van de Grijze zandbij. Het larfje van de wespbij komt meestal net iets eerder uit en eet het eitje (óf anders de larve) van de Grijze zandbij. Ook het voedsel in de nestkamer moet eraan geloven. 

In het Fochtelooërveen komen bovengenoemde insecten ook voor. De zandbij is niet in het centrale hoogveendeel, maar op enkele plaatsen in de randzones te vinden. Mocht U dit duo tegenkomen, neem gerust de tijd en bekijk het eens!
Roodharige wespbij_Nomada lathburiana Roodharige wespbij_Nomada lathburiana

 

Pluimvoetbij_Dasypoda altercator of ook wel Dasypoda hirtipes
De algemeen voorkomende Pluimvoetbij (Dasypoda altercator of ook wel Dasypoda hirtipes) nestelt graag solitair maar wel in groepjes, het liefst aan de randen van zandpaden.
Stuifmeel en nectar komt van voornamelijk de gele paardenbloemachtigen. Het mannetje heeft wat weg van een Honingbij, de vrouwtjes zien er anders uit. Vooral de sterk behaarde schenen, de pluimvoeten, vallen op. Hiermee wordt ook het zand uit het nest geveegd. De nestholtes kunnen tot meer dan een halve meter diep zijn.  





Pluimvoetbij_Dasypoda altercator of ook wel Dasypoda hirtipes Pluimvoetbij_Dasypoda altercator of ook wel Dasypoda hirtipes

 

De Groene zandloopkever (Cicindela campestris) is een zeer alerte kever met groene dekschilden waarop met een opvallende vlek op ieder dekschild. Hij loopt (soms vliegt) steeds een stukje vooruit zodra je hem te dicht nadert. Ze hebben andere insecten. maar ook spinnen, op het menu staan die ze in een hoog tempo pakken en in stukjes knippen met de kaken.
De larven van deze kever zitten boven in een klein holletje, zodra een insect passeert pakken ze die met een snelle uitval.
Ze leven in zanderige omgevingen zoals duinpaden, bosranden en zandverstuivingen, maar ook in heideterreinen.
Een leuk weetje van deze kever is dat dit de snelste dieren ter wereld zijn!
Binnen één seconde hebben ze 171 keer hun eigen lengte afgelegd!
Rechtsonder, eentje lag dood, de andere bleef erbij.
Groene zandloopkever_Cicindela campestris
Groene zandloopkevers_paring_Cicindela campestris Groene zandloopkevers_Cicindela campestris

 

Nephrotoma crocata_familie Langpootmuggen De Langpootmugfamilie, we kennen er allemaal wel eentje. De meest bekende is toch de saaie bruin/grijs gekleurde, maar ze zijn er in meer kleurvarianten. Ze zijn ook wel rood of zoals deze een beetje wespachtig. Een Nederlandse naam is er niet voor deze, de wetenschappelijke naam luidt Nephrotoma crocata.















 

HomeObservatie- en uitzichtpuntenRecreatie mogelijkhedenBellevueFaunaFloraBijzondere waarnemingenPaddenstoelenLigging en geografieLinksContact